Lening in RC
Rekening-courantovereenkomst. Een DGA was (door middel van een holding-BV) eigenaar van alle aandelen in een BV. Hij had die aandelen begin 2007 gekocht voor € 50.000,-. Tussen de DGA en de BV werd een rekening-courantovereenkomst gesloten.
BV failliet verklaard. De koop was geen succes, want halverwege 2008 werd de BV failliet verklaard. De DGA had op dat moment een rekening-courantvordering van bijna vier ton op zijn BV. Dat verlies merkte de DGA in zijn belastingaangifte over 2008 aan als negatief resultaat uit ter beschikking gestelde (tbs) vermogensbestanddelen. Maar de inspecteur zette een dikke streep door zijn aftrekpost. Men belandde in eerste instantie bij de Rechtbank ’s-Gravenhage.
Let op. Bij verlies uit onderneming en bij verlies uit tbs wordt u ‘gesneden’. Door de MKB-winstvrijstelling en door de terbeschikkingsvrijstelling (art. 3:99b) krijgt u een korting op uw winst (maar ook op uw verlies!) van 14% resp. 12%. De laatste vrijstelling bestaat sinds 2010 en speelde in deze op 2008 betrekking hebbende zaak dus nog niet.
Wat vond de Rechtbank? De Rechtbank ‘s-Gravenhage, 24.12.2012(RBSGR:2012:BY7110) , oordeelde dat het aangaan van een rekening-courantovereenkomst niet kan worden gezien als het verstrekken van een lening. Dit zou slechts leiden tot een (weinig aantrekkelijk) verlies in box 2. Slechts twee kleine betalingen door de DGA voor de BV (€ 377,17 en € 4.628,24) leverden een verlies op, waardoor de rechtbank het belastbaar inkomen nog wel een beetje verminderde. Een teleurstellende uitspraak voor de DGA.
Uitspraak Gerechtshof
Bewijslast ligt bij fiscus! In hoger beroep dacht het Gerechtshof Den Haag, 14.07.2014 (GHDHA: 2014:1716) , er anders over. Het Hof legde de bewijslast bij de fiscus en oordeelde vervolgens dat de inspecteur niet had bewezen dat er sprake was van een verstrekking van kapitaal. Dat de BV ten tijde van de eerste geldverstrekking over een zichtbaar negatief eigen vermogen beschikte, vond het Hof hierbij niet van belang.
Niet duidelijk voor DGA. Verder oordeelde het Hof dat het voor de DGA niet van het begin af aan duidelijk was dat zijn leningen weinig of geen waarde meer hadden. Dat was onder meer duidelijk doordat de DGA kort daarvoor nog een halve ton voor de aandelen op tafel had gelegd.
Verder had de DGA geprobeerd om de BV weer op de rails te krijgen. Zo had hij via een reorganisatie en het bewerken van de markt een substantiële omzetstijging bewerkstelligd. Het Hof accepteerde de aftrekpost op de tbs-lening dus wel.
Wat kunt u hier nu mee? Door deze uitspraken is goed duidelijk geworden waar het om gaat. Is uw geldlening aan de BV wel een echte lening of betreft het feitelijk het verstrekken van kapitaal aan uw BV? Leningen zijn (tegen het progressieve belastingtarief) aftrekbaar in box 1. Kapitaalverliezen zijn aftrekbaar in box 2 en dat is veel minder aantrekkelijk. De fiscus heeft de bewijslast. Uw eerste taak in dit soort gevallen is het zorgen voor een goede en zakelijke geldleningsovereenkomst.